pantsering

Pantsering

Pantsering is de term die wordt gebruikt om een ​​chronische fysieke en emotionele verstijving te beschrijven. Het onderdrukken van onze natuurlijke ademhaling kan leiden tot het onderdrukken van bepaalde natuurlijke impulsen, zoals huilen, schreeuwen, lachen, boosheid en de behoefte aan liefde, enzovoort. Om te voorkomen dat deze gevoelens naar buiten komen, spannen we onze spieren aan en dit kan een permanente onbewuste gewoonte worden die zich manifesteert in een specifieke lichaamsstructuur, zoals opgetrokken schouders, een vooruitgestoken of ingedrukte borst of kin, en wijd open gesperde of dichtgeknepen ogen, enzovoort.

Als de gevoelens van een klein kind worden afgekeurd door de omgeving, kan dit voor het kind een levensbedreigende ervaring zijn. Het kind houdt dan de adem in of ademt oppervlakkiger en krampachtiger, als een poging om te overleven en zichzelf te beschermen tegen een onveilige omgeving. Deze geblokkeerde ademhaling zorgt er echter voor dat we ons afgescheiden, verloren, eenzaam en angstig voelen, waardoor we de verbinding met de omgeving verliezen. Een geblokkeerde ademhaling vormt dus de kern van pantsering.

Een spierpantser lijkt veel op een middeleeuws harnas: hard, stijf, beperkend en verstikkend. Beiden zijn ook onderverdeeld in segmenten, wat de stroom van levensenergie van hoofd naar voeten onderbreekt. Wanneer een lichaam in een bepaald segment gepantserd raakt, kan het niet langer op een moeiteloze, expressieve en harmonieuze manier bewegen en pulseren. Desondanks is pantsering in eerste instantie bedoeld om te overleven onder zeer moeilijke omstandigheden. Het heeft ons geholpen te overleven, maar we hebben daarvoor wel een hoge prijs betaald, omdat we het gevoel hebben niet echt te leven, maar slechts bezig zijn te overleven.

Bron: reichiaansademwerk.nl

1200 821 Joan